Ik doe mee aan de Dodentocht
Ik ga graag wandelen, in de bossen, tussen de weien of in de stad. Langs een GR, wat wandelknooppunten of een dérive. Voor een uurtje, een namiddag of een heel weekend met trekkersrugzak en tent. Toch doe ik dat minder dan ik zou willen. Daar wilde ik wat aan veranderen.
Veranderen schijnt makkelijker te zijn als je een concreet doel voor ogen hebt. Iets waar je naartoe kan werken. Een duidelijk doel met een duidelijke deadline. Dus besloot ik om mee te doen met de Dodentocht. 100 Kilometer te voet afleggen in 24 uur da’s een duidelijk doel, aankomen voor 21 uur op 10 augustus een duidelijke deadline.
De Dodentocht is ook een legendarische wandeling waar je vast al weleens verhalen over hebt gehoord. Over brandweermannen en militairen die de tocht wandelen in volledige uitrusting, wandelaars die aan de eindmeet terugdraaien om er 200 kilometer van te maken, blaren die groter zijn dan de plakkers, wandelaars die afhaken aan den Duvel, .
Die eerste twee zie ik niet direct zitten en die laatste twee ga ik proberen te vermijden door me goed voor te bereiden. Via de website van Wandelsport Vlaanderen vond ik een trainingsschema: trainen voor 100 km in 200 dagen. Dus in februari begon ik er aan, nog voor ik ingeschreven was.
Gelukkig was ik er op tijd bij op 23 maart, want op twee uur tijd waren de 13.000 tickets uitverkocht. 40 Minuten nadat de inschrijvingen van start waren gegaan was ik ingeschreven en ik had al volgnummer 5336.
Ondertussen heb ik al een keer 56 km gestapt en binnenkort wandel ik twee dagen na elkaar een marathon. Als ik het einde van die twee marathons haal, dan hoop ik dat die laatste kilometers op 10 augustus ook zullen lukken. Om mezelf gemotiveerd te houden drukte ik deze lino.